Noord-Hollands Ritme is gemaakt op verzoek van het Prins Bernhard Cultuurfonds Noord-Holland. De opdracht was: maak een voorstelling over Noord-Holland, die ook door andere koren en orkesten in de provincie uitgevoerd kan worden.

Het thema lag daarmee vast, maar verder kon Harry Habets er een heel eigen invulling aan geven.

Als uitgangspunt nam hij het boek ‘Noord-Holland in proza, poëzie en prenten’, waarin voor iedere gemeente een beeldend kunstenaar en een schrijver een bijdrage maakten. Uit dit boek koos hij onder meer ‘De Schermer’ van Guus Kuijer en ‘Muiderslot’ van Wim Zaal, en componeerde daar zijn eigen muziek bij.
Datzelfde deed hij met een aantal gedichten van Slauerhoff over de altijd lokkende zee, maar ook bijvoorbeeld met een column van Martin Bril over Boesingheliede. Enkele bestaande, hedendaagse liedjes, zoals het dromerige ‘Durgerdam’ van Jeroen Zijlstra, hebben eveneens een plekje in het programma gekregen. De meeste muziek is echter speciaal voor dit project gecomponeerd en ook een aantal teksten is zelf geschreven.

Het koor wordt begeleid door een orkest van piano, violen, altviool, cello, contrabas, klarinet, sopraansax en slagwerk.

Teksten en muziek worden bovendien ondersteund met filmbeelden, soms vrij letterlijk passend bij wat er gezongen wordt, soms ook wat vrijer en bijna op zichzelf staand. Zang, muziek en beeld vormen zo samen een poëtisch portret van Noord-Holland. Deze keer werkte  Blue Moon voor het eerst samen met Aike Dirkzwager, regisseur van onder meer ’t Volk en de laatste voorstelling van René Groothof (Meneer Ibrahim en de bloemen van de koran).

Het orkest bij Noord-Hollands Ritme bestaat uit: Winnie Groothof (klarinet, sopraansax), Sanne Hunfeld (viool), Helena Druwé (viool), Anne-Bartje Fontein (altviool), Stephan Heber (cello), Reyer Zwart (contrabas), Harry Habets (piano) en Marnix Stassen (slagwerk).

  Na een try-out op 5 juli 2006 is Noord-Hollands Ritme op 6 juli in de  Haarlemse Toneelschuur in première gegaan. Ook op 7 en 8  juli  werd het programma voor een vrijwel uitverkochte zaal gespeeld. Op maandag 10 juli stond er een lovende recensie in het Haarlems Dagblad.